Als het gaat om het bestaan van een God, gelooft iedereen wel iets. De één gelooft absoluut dat er geen God is, een ander gelooft dat er wel iets is maar kan het niet definiëren en weer een ander gelooft dat er een God is die in contact staat met de mensheid. De grond waarop dit geloof gebaseerd is, verschilt echter van persoon tot persoon.
Veel studenten die ik spreek, geloven alleen in datgene wat met wetenschap bewezen kan worden. Vaak wordt er dan bij gezegd dat ze niet zouden kunnen geloven, of ze nou willen of niet. Tijdens één van deze gesprekken, stelt Aniek de vraag: “Kun je kiezen om te geloven?” Ze kijkt me nadenkend aan. Kun je kiezen om te geloven, als je niet zeker weet of je gelooft? En wat zijn dan belangrijke elementen om mee te nemen in deze keuze?
“Stellingen en beweringen moeten rationeel beoordeeld worden, zowel op innerlijke consistentie als op overeenstemming met wat we over de werkelijkheid weten. We moeten zoveel mogelijk goede redenen hebben voor wat we geloven. (…) Sociale wetenschappers hebben beargumenteerd dat we iets uiteindelijk ‘voor waar houden’ door gebruik te maken van een hele reeks methoden, waaronder analytisch denken, ervaring, invoelen of ‘mentaliseren’, en intuïtie.”
Tim Keller, Bij je volle verstand
Enkel verwijzen naar wetenschap zou dus volgens deze wetenschappers niet voldoende zijn om iets voor waar aan te nemen. Er zijn meerdere methoden nodig om uiteindelijk tot een keuze te komen wat je werkelijk gelooft.
Tim Keller beweert dat er een heleboel aanwijzingen zijn voor geloof in een absolute macht, een God (2008, In alle redelijkheid). Ben jij bereidt om op zoek te gaan naar deze aanwijzingen? En als je ze gevonden hebt, durf je dan te kiezen om te geloven dat God bestaat? Ik daag je uit om de uitdaging aan te gaan! Mijn ervaring leert dat het meer dan de moeite waard is.
“Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.”
De Bijbel – Hebreeën 11:1